Uitleg over de F1-bandenregels: samenstellingen, verplichte banden en pitstopvereisten
Racekennis en gidsen 17 november
1. Inleiding tot het belang van bandenstrategie
Banden zijn een van de meest invloedrijke prestatiefactoren in de Formule 1. Ze bepalen de grip, duurzaamheid en het temperatuurgedrag – en dit alles beïnvloedt de rondetijd en de racestrategie. Omdat bandenslijtage varieert afhankelijk van de rijstijl van de coureur, het ontwerp van de auto en het baanoppervlak, voegen bandenvoorschriften strategische diepgang toe en dwingen ze teams om een balans te vinden tussen prestaties, levensduur en pitstoptiming.
2. Bandencompounds voor droge banden (C0–C5)
Pirelli levert zes slickbandencompounds voor het seizoen, gelabeld met C0 (hardst) tot C5 (zachtst). Elk raceweekend bevat drie van deze banden, aangeduid als:
- Hard (wit)
- Medium (geel)
- Soft (rood)
Kenmerken:
- Hard (C0-C2-bereik):
Duurzaam, minder grip, langzamere warming-up, geschikt voor warme circuits of lange stints. - Medium (C2-C4-bereik):
Gebalanceerde optie voor flexibiliteit, vaak de voorkeursraceband. - Soft (C3-C5-bereik):
Hoogste grip, snelste rondetijden, maar kortere levensduur en meer degradatie.
De gekozen compound varieert afhankelijk van de eisen van het circuit (slijtage, bochtbelasting, temperaturen).
3. Intermediate & Regenbanden
Voor natte omstandigheden biedt Pirelli:
- Intermediate (groen):
Voor lichte regen, vochtige banen of droge omstandigheden. Goede waterafvoer, maar ontworpen voor matige grip. - Volledige regenbanden (blauw):
Diepe groeven voor hevige regenval en stilstaand water. Kan grote hoeveelheden water per seconde afvoeren, maar is aanzienlijk langzamer op een opdrogende baan.
In tegenstelling tot slicks vereisen regenbanden geen verplichte gebruikscyclus — ze worden puur op basis van het weer ingezet.
4. Verplichte bandenregels
In droge races vereisen de regels:
- Er moeten ten minste twee verschillende droge compounds in de race worden gebruikt.
- Coureurs moeten starten op een compound naar keuze (de oude "Q2-bandenregel" is verwijderd).
- Verplichte compoundtoewijzing: De FIA kan verplichte banden aanwijzen voor specifieke sessies (bijv. de Sprint Shootout-regels).
Als een race nat wordt verklaard, vervalt de verplichte regel voor twee compounds.
5. Pitstopvereisten en bandengebruik
Een droge race vereist één verplichte pitstop, omdat het gebruik van twee droge compounds minstens één bandenwissel vereist.
Overige gebruiksregels:
- Teams moeten specifieke sets na de trainingen inleveren, waardoor de bandenvoorraad gedurende het weekend afneemt.
- Een minimale bandenspanning en maximale camber bepalen de beperkingen van de auto-afstelling.
- Onder Safety Car- of Red Flag-omstandigheden kunnen de mogelijkheden voor bandenwissels de strategie aanzienlijk beïnvloeden.
Omdat het verlies in de pitstraat per circuit verschilt (meestal 18-25 seconden), is de timing van een pitstop cruciaal.
6. Rol van Safety Car en VSC
Neutralisaties hebben een sterke invloed op de bandenstrategie:
Safety Car (SC)
-
Maakt goedkope pitstops mogelijk, omdat het veld langzaam rondrijdt.
-
Kan een one-stop race omzetten in een two-stop race als teams een vrije kans krijgen.
-
Kan bandenslijtage verminderen door het aantal ronden op racetempo te verminderen.
Virtual Safety Car (VSC)
- Vermindert pitstopverlies, maar minder dan de SC.
- Wordt vaak gebruikt om rivalen opportunistisch te compenseren op strategisch vlak.
Een goed getimede waarschuwingsperiode kan meerdere seconden waard zijn tegen concurrenten die onder groene vlag-omstandigheden de pits ingaan.
7. Hoe bandenslijtage de strategie beïnvloedt
Bandenslijtage bepaalt:
- Stintlengte (hoe lang elke band kan rijden)
- Racetempoprofiel (vlakke vs. dalende rondetijden)
- Optimale pitwindows
- Potentieel voor onder-/overcut
Soorten slijtage:
- Thermische slijtage: Banden raken oververhit en verliezen grip. Veelvoorkomend bij hete races en snelle bochten.
- Abrasieve slijtage: Fysiek rubberverlies op ruwe circuits. - Graining: Rubberophoping die tijdelijk de grip vermindert.
- Blaasvorming: Interne oververhitting die blaasjes op het wegdek veroorzaakt.
Teams simuleren degradatie vóór het weekend, maar echte omstandigheden dwingen vaak tot strategiewijzigingen.
8. Voorbeeldstrategieën
One-Stop Strategie (Hard → Medium)
- Veelvoorkomend op circuits met lage degradatie.
- Geeft prioriteit aan baanpositie en bandenbehoud.
Two-Stop Strategie (Medium → Hard → Medium)
- Wordt gebruikt bij hoge bandendegradatie.
- Maakt een agressiever tempo mogelijk met nieuwere banden.
Soft-first Gok (Zacht → Medium → Medium)
- Start met hoog risico voor baanpositie.
- Handig op circuits waar inhalen moeilijk is.
Intermediate-naar-slick crossover in gemengde omstandigheden
- Kritische timing vereist, aangezien de grip drastisch verandert.
- De eerste coureur op slicks kan 5-10 seconden winnen op concurrenten met de verkeerde band.
9. Samenvatting
Bandenregels bepalen het volledige competitieve landschap van de Formule 1.
- Droge races vereisen meerdere compounds en minstens één pitstop.
- Slicks (C0-C5), intermediates en regenbanden bieden verschillende prestatievensters.
- Safety Cars, degradatiepatronen en baanomstandigheden hebben een grote invloed op de strategie.
Het beheersen van het bandengebruik is een hoeksteen van moderne Formule 1-prestaties — en vaak het verschil tussen winnen en verliezen.